Overslaan en naar de inhoud gaan

IV/Orale Switch van Antibiotica

Waarom switchen van i.v. naar orale therapie?

Het switchen van intraveneus naar oraal is één van de onderdelen van het stroomlijnen van antimicrobiële therapie. Orale therapie heeft een aantal voordelen boven intraveneuze behandeling:

  • Het is makkelijker voor de patiënt (mobiliteit, comfort).
  • Het reduceert het risico op flebitis.
  • Het gaat gepaard met  lagere kosten (m.n. een reductie van de indirecte kosten rondom intraveneuze toediening, zoals verpleegkundigentijd).
  • Kan resulteren in een kortere opnameduur.

 

Wanneer switchen naar orale therapie?

  • Patiënt is hemodynamisch stabiel en de verschijnselen van de infectie zijn sterk verbeterd:
    • Geen hypotensie, tachycardie of tachypneu;
    • Klinische bevindingen en/of laboratoriumparameters voor inflammatie laten een duidelijke tendens tot normaliseren zien
  • Patiënt kan orale medicatie innemen (of enteraal via sonde) en er is geen aanwijzing voor malabsorptie
    • Gelijktijdige inname van aluminium- of magnesiumbevattende antacida, sucralfaat, calcium-, bismut-, zink- en ijzerzouten en polymere fosfaatbinders (sevelameer, lanthaancarbonaat) verminderen de resorptie van ciprofloxacine, moxifloxacine en tetracyclines.
    • ​Het gebruik van hoge dosering of sterk werkzame opiaten kan de opname van antibiotica vertragen.
  • Switch bij voorkeur op geleide van de kweekuitslag.
  • Neem bij twijfel contact op met de dienstdoende medisch-microbioloog (#165) of internist-infectioloog

 

Indicaties die in aanmerking komen voor een vroege switch:

  • Luchtweginfectie, inclusief HAP
  • Urosepsis en pyelonefritis
  • Intra-abdominale infectie, tenzij ongedraineerde abcessen
  • Huid- en weken delen infectie
  • Artritis, osteomyelitis, spondylodiscitis: AANVULLENDE  IV/orale switch criteria:
    • Geen S. aureus bacteriemie
    • Eventuele wond droog en sufficiënt
    • Geen nieuwe (chirurgische) ingreep op korte termijn verwacht
    • Een oraal antibioticum dat adequaat is voor de behandeling van artritis en/of osteomyelitis is beschikbaar

 

Orale therapie is meestal niet mogelijk in geval van:

  • meningitis, intracraniële abcessen
  • endocarditis
  • ernstige weke-delen infecties, zoals bijv. groep-A-streptokokken infecties
  • mediastinitis
  • infecties van/met kunstmateriaal, o.a. lijnsepsis
  • S. aureus bacteriëmie
  • Pseudomonas sepsis (in overleg)
  • Legionella pneumonie
  • cystic fibrosis
  • ongedraineerde abcessen en empyeem
  • bij diepe neutropenie (granulocyten < 500 mm3) verdient intraveneuze therapie de voorkeur

NB Bij leverabcessen, gedraineerde empyemen kan evt. in overleg na twee weken worden overgegaan op orale medicatie.

NBB In het algemeen wordt in deze gevallen met het orale regime ter plekke van de infectie onvoldoende hoge spiegels bereikt.

 

Middelen waarvoor een i.v. naar orale switch overwogen kan worden:

Antibioticum Dosis intraveneus Dosis oraal
Amoxicilline 1000 mg 4dd

500 mg 3dd

 

Amoxicilline/clavulaanzuur 1200 mg 4dd

625 mg 3dd

 

Benzylpenicilline 1 miljoen IE 4dd

Amoxicilline 500 mg 4dd

 

Cefuroxim* 1500 mg 3dd

Cotrimoxazol 960 mg 2dd, of:

Amoxicilline/clavulaanzuur 625 mg 3dd

 

Ciprofloxacine 400 mg 2dd

500 mg 2dd

 

Clindamycine 600 mg 3dd

600 mg 3dd

 

Cotrimoxazol 960 mg 2dd

960 mg 2dd

 

Doxycycline 100 mg 2dd

100 mg 2dd

 

Flucloxacilline 1000 mg 4-6dd

500 mg 4dd, of:

Clindamycine 600 mg 3dd

 

Levofloxacine 250 – 500 mg 1-2dd

250 – 500 mg 1-2dd

 

Linezolid 600 mg 2dd

600 mg 2dd

 

Metronidazol 500 mg 3dd

500 mg 3dd

 

Moxifloxacine 400 mg 1dd

400 mg 1dd

 

* Indien gevoelig getest